zondag 6 november 2016

Liedje Inzingen Muziek De Droomboom

Voor muziek moesten we een liedje inzingen, en daarbij vertellen hoe we het met een klas zouden instuderen. Ik heb gekozen voor het lied De Droomboom.

Oriëntatie: Ik vertel de groep dat we het lied De Droomboom gaan zingen. Ik vraag de groep of er al kinderen zijn die het lied De Droomboom kennen. Dan geef ik de kinderen allemaal een a4-tje met het lied erop. Daarna laat ik het lied een keer aan ze horen.

Instructie/uitleg: Om het lied met ze in te studeren gebruik ik de weggeefmethode. Ik zing de eerste zin, en dan zingt de groep de tweede.
We beginnen met het eerste couplet:
Ik - In onze achtertuin daar staat een hele hoge boom.
Groep - Die is niet als de andere zo heel gewoon.
Ik - Want aan het hoogste takje.
Groep - Daar groeit een klein gebakje.
Ik - En als ik dat zie denk ik dat ik droom.

Dan gaan we verder met het refrein:
Ik - Heel voorzichtig in mijn droom.
Groep - Klim ik langzaam in die boom.
Ik - Ben ik boven wat een pret.
Groep - Krak boem, naast mijn bed.

Dan zingen ze het eerste couplet en het refrein alleen. Ik zet het alleen voor ze in.
Ik - In onze achtertuin...
Groep - Het hele eerste couplet en het hele refrein.

Dan gaan we verder met het tweede couplet met het refrein erachteraan:
Ik - In onze achtertuin daar staat een hele hoge boom.
Groep - Die is niet als de andere zo heel gewoon.
Ik - Want in het hoogste topje.
Groep - Daar groeit weleens een dropje.
Ik - En als ik dat zie denk ik dat ik droom.

Refrein

Dan doen we ook het derde couplet met het refrein erachteraan:
Ik - In onze achtertuin daar staat een hele hoge boom.
Groep - Die is niet als de ander zo heel gewoon.
Ik - Want aan het hoogste blaadje.
Groep - Daar groeit een chocolaatje.
Ik - En als ik dat zie denk ik dat ik droom.

Refrein

Afsluiting: Dan zingen ze het hele lied alleen. Ik heb alleen weer met het inzetten.
Ik - In onze achtertuin...
Groep - Het hele lied.

dinsdag 1 november 2016

Luisteropdracht Muziek De Verliefde Stieròs

Luisteropdracht muziek
De verliefde stieròs 
Ik laat de kinderen het lied eerst een keer luisteren. Ik vraag ze goed op te letten wat hun opvalt aan het lied. Wanneer ze geluisterd hebben vraag ik iemand om antwoord te geven.
Voor het luisteren van het lied gebruik ik deze video, link: https://www.youtube.com/watch?v=JJIy3r0BQ9U 

Dan gaan ze alleen naar het eerste couplet luisteren, maar dit keer vraag ik ze goed op te letten over wie het lied gaat. Wanneer ze geluisterd hebben vraag ik iemand om antwoord te geven. Daarna vraag ik of ze me ook kunnen vertellen waar de rest van het lied over gaat. 
Eerste couplet:
Een grote stieròs uit Spaños die was zo verliefdos tot over zijn oròs olé.
Ze heette Bella Katrienòs, een droom van een koeiòs met prachtige hoornòs, olé. (Olé)
Tra la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la la. Olé.

Dan laat ik het lied nog een keer aan de kinderen horen. Ik vraag ze goed op te letten welke instrumenten ze horen. Wanneer de video afgelopen is vraag ik iemand om te vertellen welke instrumenten ze gehoord hebben. 
Daarna laat ik het lied nog één keer horen en vertel ik dat ze in tweetallen een handshake of een aantal bewegingen mogen bedenken op het ritme van de verliefde stieròs. Hier krijgen ze 10 minuten voor. 


Wanneer de 10 minuten voorbij zijn gaan we de tweetallen één voor één langs en mogen ze hun handshake of bewegingen laten zien. Dan laat ik het lied nog een keer horen en ondertussen gaan de kinderen allemaal tegelijk hun handshake of bewegingen doen. 

Beeldend Reflectieformulier Monster van Loch Ness

Reflectieformulier Monster van Loch Ness
Betekenis: 
Op internet had ik gekeken naar foto’s van het Loch Ness monster, en ook in de les hebben we daar nog voorbeelden van gekregen. Maar ik wilde niet het monster van Loch Ness maken, maar een ander eng monster. 

Vorm:
Ruimte + Compositie: Ik heb de boot expres heel klein getekend in vergelijking met het monster, zodat het monster nog angstaanjagender lijkt. Ook heb ik er een onderzeeër bij getekend, ook klein in vergelijking met het zeemonster. De bek heb ik zo getekend dat dat het grootste deel van het papier in beslag neemt. 
Textuur: Het lichaam van het monster heb ik schubben gegeven door halve rondjes te tekenen.

Materiaal/techniek:
-          Papier
-          Potlood
-          Gum
-          Oost-Indische inkt
-          Kroontjespen 
-          Ecoline
-          Kwasten
-          Potje met water

Beschouwing:

Ik had voor de les al op internet gekeken naar een paar foto’s van het monster van Loch Ness. In de les kregen we ook nog veel voorbeelden. Deze twee foto’s heb ik in de les nog opgezocht en als inspiratie gebruikt.















Werkwijze:
Ik had al eerder met ecoline en Oost-Indische inkt gewerkt, maar nog nooit met een combinatie van deze twee. Ik wist dus al wel hoe het werkte. Ik kwam er wel achter dat het moeilijk is om rechte lijnen te krijgen met de ecoline.

Onderzoek:
  1. Ik begon met het kijken naar plaatjes van monsters. Ik keek naar wat een monster nou eigenlijk zo eng maakte om die dingen ook in mijn tekening te verwerken.
  2. Hierna ging ik schetsen. Ik begon met het schetsen van de waterlijn. Zo kreeg ik een beetje een idee van hoeveel ruimte ik over had voor mijn monster. Toen begon ik met het tekenen van het monster. Ik tekende een grote bek, omdat dat angstaanjagend is. Ik dacht dat het leuk zou zijn om een klein bootje op de waterlijn te tekenen, omdat zo nog meer opviel hoe groot het monster is. Daarna besloot ik ook nog een onderzeeër en een schildpad erbij te tekenen voor dezelfde reden, alleen is de schildpad iets te groot geworden. 
  3. Ik besloot het monster scherpe klauwen te geven, zodat hij nog enger leek. Ook gaf ik hem scherpe tanden. 
  4. Daarna begon ik met het geven van structuur met Oost-Indische inkt. Het lichaam gaf ik schubben door kleine kartels te tekenen. Op de klauwen tekende ik kleine rondjes om op die manier ook schubben te creëren. De tong en het gehemelte gaf ik structuur door horizontale streepjes te zetten, en het hoofd door verticale streepjes te zetten.
  5. Toen ben ik met ecoline alles behalve het beest zelf in gaan kleuren. Ik wilde de lucht maken zoals hij eruitziet bij een zonsondergang. Uiteindelijk werd het heel roze en niet zo angstaanjagend. Ik heb de zee blauw gemaakt. Dit heb ik heel waterig gedaan zodat er bij het opdrogen kleurverschil ontstond, zo zijn er donkere en lichte plekken ontstaan. Ook heb ik met wat meer ecoline op mijn kwast de waterlijn blauw gemaakt, zodat deze wat beter opviel.

Wat vind je geslaagd? Leg uit.
Ik vind dat het goed gelukt is om structuur aan te brengen met de Oost-Indische inkt. 

Wat kon beter? Waarom?
Ik had het met de kleuren wat enger kunnen maken. Ik heb nu erg lichte kleuren gebruikt, als ik wat donkerdere kleuren had ik gebruikt was het misschien enger geworden.








Beeldend Reflectiemodel Park in Herfsttinten

Reflectiemodel Park in Herfsttinten
Betekenis:
Ik hou erg van de herfst en herfstkleuren en vond dit daarom een leuke opdracht om te doen. Daarom heb ik geprobeerd de herfstkleuren er zo goed mogelijk uit te laten springen door de brug donker te maken, en felle maar toch realistische oranje en gele tinten voor de bladeren te gebruiken.

Vorm:
Detailvervaging:
Ik heb de brug aan het begin erg duidelijk geverfd door echt de palen te tekenen en nog de delen van de brug die tussen de palen zitten. Hoe verder de brug ging, hoe onduidelijker ik hem getekend heb door alleen nog maar de palen te tekenen. Ook verfde ik ze maar één kleur.
Groot-klein:
De brug is aan het begin erg groot, maar hoe dieper de brug gaat, hoe kleiner hij wordt. Ook worden de planken van de brug steeds kleiner.
Overlapping:
Het lijkt net of de bomen in elkaar doorlopen, dit komt omdat ze elkaar overlappen. Bij elke boom staat er ook een boom achter, ervoor, ernaast enzovoort.
Kleur: Ik heb felle herfstkleuren gebruikt. Ik heb kleuren gebruikt van de geel, rood en oranje en groen familie gebruikt.

Materiaal/techniek:
Materialen:
-          Potlood
-          Gum
-          Liniaal
-          Verfbakje
-          Rode, gele, blauwe en witte verf
-          Kwasten
-          Potje met water

Techniek:
Ik heb eerst de grote voorwerpen met potlood geschetst. Daarna heb ik alles geverfd. Ik heb de primaire kleuren rood, geel en blauw gebruikt en ook een beetje wit om lichtere kleuren te krijgen. Deze kleuren heb ik met elkaar gemengd om de kleuren te krijgen die ik wilde hebben. Dat zijn vooral groen, oranje, rood, geel en bruin.'

Beschouwing:
Met de PowerPoint die ons werd laten zien en alles wat ons werd verteld kregen we een goed beeld van wat we moesten doen. Ook had ik zelf een foto uitgeprint waar ik inspiratie van haalde. De brug stond daarop en ook kleuren die ik heb gemengd en gebruikt.

Werkwijze: 
Op de basisschool had ik ook al eens gewerkt met het maken van een tekening met het zetten van stipjes, en dat heb ik ook weer gebruikt bij het schilderen van de bomen. Ik vond het lastig om de juiste kleur bruin te krijgen. Het werd of te rood of te groen.

Onderzoek:
  1. Ik begon met het tekenen van een horizon. Deze lag ongeveer in het middel van het a4-tje. Ook tekende ik het verdwijnpunt. Hierna begon ik met het uitwerken van het lijnperspectief. Ook schetste ik de grote voorwerpen op het papier. Dit was eigenlijk alleen de brug.
  2. Daarna begon ik met het mengen van een paar bruintinten en startte met het verven van de brug.
  3. Toen probeerde ik wat kleuren uit voor het grootste oppervlak van de brug. Uiteindelijk besloot ik te gaan met wat verschillende geel- en bruintinten.
  4. Ik besloot om daarna te beginnen met de bomen. Ik probeerde wat kleuren uit die ik gemengd had en begon met een klein penseel kleine stipjes en vegen te zetten. Dit deed ik met verschillende geel-, oranje- en rood-tinten totdat het een geheel werd. Daarna vulde ik het op met wat groentinten.
  5. Als laatste verfde ik wat leeg over was in met een hele lichte blauw kleur die ik gemengd had door heel veel wit met een heel klein beetje blauw te mengen. Ook verfde ik nog wat blaadjes op de brug, en met wit wat details op de palen van de brug. 
Wat vind je geslaagd? Leg uit.
Ik vind dat de kleuren van de bomen echt herfsttinten zijn, zonder dat ze te fel zijn en het lijkt alsof ze niet in de natuur thuishoren. Ook vind ik dat ze goed op bomen lijken, alsof er echt blaadjes aan zitten.

Wat kon beter? Waarom?
De brug is niet helemaal goed gelukt. Dat is omdat ik geen tijd meer had om het mooier te maken. Ook kon ik de goede kleur niet helemaal krijgen.